Rasstandaard Shiba

  • SAKURA (桜): Japanese name meaning "cherry blossom." 
  • SUHUKJO (真珠): Japanese name meaning 千 (chi) "thousand" and 代 (yo) "generations" and 子 (ko) "child". 
  • DAI (大): Japanese name meaning "big, great, large, vast." Compare with other forms of Dai.  

 

 

Herkomst:
Oud ras uit het Midden-Japanse bergland, in gebruik als jachthond. In het begin van de twintigste eeuw dreigde het ras uit te sterven, maar is vanaf ongeveer 1982 in Japan toch weer opgebouwd.


Algemeen voorkomen:

Kleine hond met vosachtige uitstraling, evenredig en stevig van bouw, met een lichtvoetig, veerkrachtig gangwerk. 


Algemene verschijning:

Kleine hond, goede verhoudingen, met goed beendergestel en goed ontwikkelde spieren. Sterke constitutie. De aktie is vlug, vrij en mooi.

 

Gedrag en Temperament: 

Het temperament is trouw,

met scherpe zintuigen en zeer alert.

 

Hoofd/Schedelgedeelte:

Schedel : Breed voorhoofd.

Stop : Goed gedefinieerd met lichte voorhoofdsgroef.

 

Schofthoogte:
reuen 40 cm, teven 37 cm; een afwijking van 1,5 cm naar boven en beneden is toegestaan. 

Gewicht:
10-15 kg 

Aard:
Alert, attent en actief. Teven meestal pinniger dan de reuen. 

Bijzonderheden:
De vacht vraagt vrijwel geen verzorging. In de halfjaarlijkse ruitijd komt er echter veel haar vrij.

  

Aangezicht :
Neus : Zwart van kleur gewenst. Neusbrug is recht.
Snuit : Matig dik en taps toelopend.
Lippen : Gesloten.
Kaken/Tanden : Sterk schaargebit.
Wangen : Goed ontwikkeld.

Ogen : Relatief klein, driehoekig en donkerbruin van kleur,  de buitenste ooghoeken omhooglopend.
Oren : Relatief klein, driehoekig, iets naar voren hellend, en stevig rechtopstaand.

NEK: Dik, sterk en goed in verhouding met het hoofd en het lichaam.

LICHAAM:
Rug : Recht en sterk.
Lendenen : Breed en gespierd.
Borst : Diep, ribben zijn matig gewelfd.
Buik : Goed opgetrokken.

STAART: 
Hoog aangezet, dik, krachtig gekruld gedragen of gebogen als een sikkel, de punt rijkt bijna tot de spronggewrichten als deze naar beneden hangt.

LEDEMATEN:
VOORHAND:
Benen : Vanaf de voorkant gezien zijn de voorbenen recht.
Schouders : Schouderbladen zijn matig hellend.
Ellebogen : Aangesloten.

ACHTERHAND:
Bovenste dijen : Lang.
Onderste dijen : Kort, maar goed ontwikkeld.
Hakken : Dik en sterk.

VOETEN: Tenen stevig gesloten en goed opgebogen.
Pads zijn hard en elastisch. Nagels sterk en liefst donker van kleur.

GANG EN BEWEGING: 
Licht en levendig.

VACHT:
Bovenvacht hard, recht en relatief kort (aan de staart wat langer), ondervacht zacht en dicht. Rood, black and tan (zwart met roodbruine aftekening) en sesam (haren rood met zwarte punt), alle drie met 'urajiro'-patroon: witachtige aftekening op snuit, wangen, onderkant van de kaak, hals, borst en buik, binnenkant van de benen en onderkant van de staart.
 

Haar :
Bovenvacht is hard en recht, ondervacht is zacht en dicht ; haar op de staart is iets lang en staat uit.

Kleur : Rood, black and tan, sesam, zwart sesam en rood sesam.
Definitie van de kleur sesam:

  • Sesam : Gelijke mix van witte en zwarte haren.
  • Zwart sesam : Meer zwarte dan witte haren.
  • Rood sesam : Basiskleur van rode haren met mix van zwarte haren.

Alle hierboven genoemde kleuren dienen het «Urajiro» te bezitten.
«Urajiro» : Witachtige vacht aan weerszijden van de snuit en de wangen, aan de onderzijde van de kaak en nek, op de borst en maag, de onderkant van de staart, en de binnenkant van de benen.


FOUTEN: Elke afwijking van de voorgaande punten moet als een fout worden beschouwd en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van de hond.

  • Vrouwelijke reuen en mannelijke teven.
  • Malocclusie (ondervoorbeet of overbeet)
  • Het missen van meerdere tanden.
  • Schuwheid.

DISKWALIFICERENDE FOUTEN:

  • Agressief of overmatig shuw.
  • Niet staande oren.
  • Hangende of korte staart

Elke hond die fysieke afwijkingen of gedrags afwijkingen laat zien moet gediskwalificeerd worden.

OPMERKING: Reuen moeten twee normaal ontwikkelde testikels hebben die volledig in het scrotum zijn ingedaald.

Gebruik van de hond;
Inzetbaar als waakhond en jachthond op kleinwild en gevogelte. Tegenwoordig vooral geliefd als gezelschapshond. Om daarin volledig tot zijn recht te kunnen komen, vraagt hij veel aandacht in de vroege socialisatieperiode. 

Gebruik van de hond;
Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie, patella luxatie en erfelijke oog aandoeningen. 

Algemene verschijning

  • Kleur: rood, black & tan, sesam (mix van rode en zwarte haren), wit (cream) is geen erkende kleur
  • Staart: hoog aangezet, krachtig, gekruld of sikkelvormig gedragen
  • Ogen: driehoekig
  • Gebit: scharend
  • Oren: rechtopstaand, driehoekig
  • Fouten: vrouwelijk lijkende reu, mannelijk lijkende teef, hangende oren en te korte of hangende staart,

De Shiba maakt een statige indruk, beschikt over veel zelfvertrouwen en straalt dat ook uit. Door zijn nieuwsgierigheid ontgaat hem niets. Hij is trouw (maar lijkt af en toe onafhankelijk), vriendelijk, waaks, blaft niet overdreven veel, maar slaat aan wanneer het nodig is. De Shiba is zeker geschikt als huishond. Van nature is het een jachthond op klein wild, vooral vogels worden rechtstandig omhoogspringend uit de lucht geplukt.

De Shiba behoort tot de zes inheemse Japanse spits rassen. De Shiba is de kleinste ervan. In de opvoeding dient men consequent te zijn. Dit is omdat angst en teruggetrokken gedrag soms genetisch worden bepaald bij een Shiba. Vandaar is een goede socialisatie onontbeerlijk.

Het is van nature een rustige hond en zal niet snel iets kapotmaken in huis. De Shiba kan goed alleen zijn, maar heeft wel beweging en aandacht nodig. Met mensen heeft deze hond vaak losse banden. Maar als de Shiba iemand als zijn baasje heeft erkend, dan zal hij er ook naar luisteren. Hij kan, mits hij goed gesocialiseerd is, goed met andere honden overweg, maar zal wel soms de baas willen zijn.

Shiba Inu's (in het kort Shiba) komen van oorsprong uit Japan. Er zijn veel kleine honden gevonden bij opgravingen van de Jomonjin (De eerste immigranten naar Japan). Dit bewijst dat de eerste inwoners van Japan waarschijnlijk de Shiba Inu aan hun zijde hebben gehad. Door het fokken en kruisen hebben ze de Shiba zijn gekrulde staart en zijn spitse oren gegeven. Shiba betekent in het Japans 'klein' maar ook 'kreupelhout'. Het kan dus zijn dat ze vernoemd zijn naar het kreupelhout waarin zij jaagden. In de 19e eeuw kwamen Engelse schepen met Setters en Pointers naar Japan. De jachtsport in Engeland was toen erg populair en kwam op die manier dus overwaaien naar Japan. Dit zorgde ervoor dat veel Japanners de Shiba begonnen te kruisen met Setters en Pointers om zo een betere jachthond te krijgen. Dit zorgde bijna voor de uitsterving van dit ras. Hierdoor kwam Dr. Hirokichi Saito in actie en maakte hij een vereniging voor de bescherming van de Japanse hond. In 1937 werd de Shiba erkent als echt ras.

Karakter en temperament
De Shiba kan het beste omschreven worden als dominant, trouw, intelligent, zelfverzekerd en waaks. Het is een erg trots ras en hierdoor zijn ze vaak moeilijk te trainen. Hun jachtinstinct zit er nog goed in. Het is daarom af te raden een Shiba Inu in huis te halen met andere kleine dieren. De Shiba kan deze kleine dieren als zijn prooi zien met alle gevolgen van dien. Ze zijn dol op buitenactiviteiten en kunnen uren met je wandelen door de bergen. Wel kan het zijn dat de hond iets interessants tegenkomt op zijn pad en zijn baas verlaat om vervolgens een flinke tijd later pas terug te komen (dit is niet altijd het geval maar zeker geen uitzondering). Ze zijn goed in hondensporten maar zullen steeds uitgedaagd moeten worden want als een oefening verveelt, zal hij deze niet meer willen doen. De Shiba is over het algemeen goed met kinderen. Echter eist de Shiba wel respect en zal hij het niet in dank afnemen als hij als speelgoed wordt gebruikt. Met andere honden kan de Shiba problemen geven. Zijn dominante karakter kan leiden tot een vechtpartij. De Shiba eist van alles om hem heen respect aangezien het zo'n trots ras is en laat dit in alles zien. Als de eigenaar zijn positie als baas heeft weten te bemachtigen is de Shiba een ontzettend trouw dier en zal goed luisteren en waaks zijn.

Verzorging en ziektes
De Shiba heeft verrassend weinig verzorging nodig ondanks zijn lange vacht. Zijn vacht houd zichzelf schoon en is vrijwel geurloos. Erg fijn voor mensen die de honden geur niet op prijs stellen. Soms zullen de nagels geknipt moeten worden en twee keer per jaar verhaart de hond flink. Je zal dan flink moeten borstelen. Je kan hem ook wassen met de daarvoor bedoelde middelen of alleen met water. Medisch gezien is het een gezond ras en wordt de hond twaalf tot vijftien jaar. Wel kunnen er zich problemen voor doen met heupen en ogen.

Training en opvoeding
Dit is geen hond voor iemand die voor het eerst een hond neemt. Het vraagt veel discipline van de baas en je zal zeer consequent moeten zijn. Het trainen is lastig maar niet onmogelijk. Zeker de eerste drie jaar kan de hond erg lastig zijn en flink puberen. Als de training goed verloopt heb je een hele goede vriend aan je zijde.

Conclusie
Een Shiba kan een heel leuk huisdier zijn maar is zeker niet voor de beginnende hondenliefhebber. Het is een trouw ras en erg intelligent. Een Shiba weet wat die wil en zal dat ook laten blijken. Je kan er veel buitenactiviteiten mee doen, mits getraind, en de hond kan erg veel geleerd worden. Kortom een leuke hond voor ervaren hondeneigenaren met de juiste training.